Wim De Vos

Lezingen

Wim gaat gedurende een lesuur met de leerlingen op stap in de wonderlijke wereld van 'Winnie en de flopsies'. Dat doet hij door het gesprek aan te gaan, door voor te lezen en hen actief te betrekken. Wim polst eerst naar hun interesses: lezen ze? Welke boeken? Hij legt uit dat lezen als fitness voor de hersenen is (en dat daarom volwassenen zo op dat lezen blijven hameren). 

Wim vertelt daarna kort over zichzelf, hoe hij is beginnen schrijven, wat zijn inspiratiebronnen zijn enzovoorts. Hierbij komen vaak vragen naar voren als: hoe lang duurt het om een boek te schrijven? Hoeveel verdien je?

Daarna wordt er gefocust op het boek zelf. Wim leest enkele stukjes voor en vraagt de ideeën van de deelnemers. Hij brengt hun fantasie op gang door hen een tekening te laten maken van een flopsie: een fantastisch wezentje dat op een bijzondere manier met een mens is verbonden. 

"Stel dat je zelf met zo’n wezen verbonden was, hoe zou jouw flopsie er dan uitzien? Hoe zou hij heten en praten? Wat is er bijzonder aan de manier waarop flopsies praten? Kan je een eigen taaltje verzinnen?"

Tot slot komt Wim nog even terug op de magie van het schrijven. Hij laat hen zien dat alles wat de kinderen bedenken, een verhaal kan worden. Stel dat ze de wereld van de flopsies kunnen uitbreiden, welk wezen zou daar dan in terecht kunnen komen? Op die manier komt de groep, indien gewenst, uiteindelijk tot een schrijfopdracht. Als organisator kan je vooraf met Wim bespreken wat het niveau van die oefening kan of mag zijn.

Omdat bloemen een belangrijk motief zijn in de verhalen uit zijn boeken, sluit Wim steeds af met een cadeautje: een zakje met calendula bloemzaadjes. 

Als het goed gaat, blijven de leerlingen na de lezing/workshop achter met een hoofd vol schrijfideeën en véél zin om in een boek te duiken!