Wim Chielens ging op auteursresidentie in het derde jaar van de richting Horeca in Hotelschool Rhizo in Kortrijk. Schrijven blijkt een stevige corvé, maar toch krijgt Wim de leerlingen mee. Lees hieronder hoe.

Residentie Wim Chielens

In een hotelschool houden ze nog van discipline: alle leerlingen dragen een uniform, het haar van de jongens moet regelmatig geknipt, iedereen staat op tot de leerkracht zegt “Ga zitten” en de mobieltjes gaan aan het begin van de les in een bakje vooraan de klas. Nou, dat was even wennen!

Mijn klas bestond uit twaalf leerlingen en op één na lazen ze nooit een boek, laat staan dat ze er ook maar aan dachten om iets literairs te schrijven. Ik voelde me als de spreekwoordelijke olifant in de porseleinenkast of soms eerder de hond in het kegelspel toen ik kwam aandraven met mijn boeken, kortverhalen, gedichtjes, toneelfragmenten of columns. Zelfs rap, slam poetry of podcasts konden hen maar matig enthousiasmeren. Niet zij, maar ik trad buiten de comfortzone. Het roer moest om!

Raadseltjes op rijm

In de tweede les bracht ik geen stapeltje boeken meer mee, maar een paar simpele raadseltjes op rijm. De uitdaging om er zo ook zelf eentje te schrijven durfden ze wel aan, zeker als de onderwerpen van de raadseltjes voorwerpen uit de koel- of keukenkast waren. De volgende voorzichtige stap was het variëren op een stijlfiguur die steeds terugkwam in een column van Maud Vanhauwaert. Dat lukte aardig, ook al ontging hun het nut van zo’n column. “Wie leest zoiets?”

Mijn eerste échte succesje behaalde ik nogal onverwachts met het schrijven van een slamgedicht.

We deden dat stap voor stap, van vijf woorden tot een woordveld, van woordveld naar zinnen die een ritme volgden of die rijmden of waar alliteraties in zaten of een vergelijking, een metafoor. Dat je door die zinnen dan op een lukrake of doordachte manier onder elkaar te zetten een soortement gedicht bekwam, verraste de leerlingen. En zo groeide stilaan het geloof dat schrijven misschien toch interessant en haalbaar kon zijn.

Residentie Wim Chielens
Residentie Wim Chielens
Residentie Wim Chielens

Literaire corvé

Het verhaal van Louis Paul Boon over Vlaamse stoverij uit zijn literaire kookboek ‘Eten op zijn Vlaams’ was de aanzet tot een idee voor ons eindresultaat: we zouden een literair kookboek maken. Zo bleven we inhoudelijk in de comfortzone van de leerlingen (al is niet iedereen die in een hotelschool zit even gepassioneerd door eten) en was er een format om rond te werken. Iedereen zou een recept kiezen en een literaire inleiding schrijven. Daarna volgden, zoals dat hoort in een kookboek, de ingrediënten en de bereidingswijze.

Tot mijn grote vreugde voelden nogal wat leerlingen zich uitgedaagd om een bijzondere vorm te kiezen voor hun inleiding. Ze kozen voor poëzie, een spannend verhaal, een interview, een familieanekdote, enzovoorts.

Niet alle twaalf de leerlingen gingen even enthousiast aan de slag, voor sommigen bleef het tot op de laatste lesdag corvé, dat schrijven. Ik maak me daar geen illusies over. Maar de trots bij de voorstelling van het boek – uiteraard gepaard gaand met een hele rits zelfgemaakte en keurig geserveerde hapjes – was op eenieders gezicht te lezen. Soms is gezichten lezen net zo waardevol als boeken lezen …

Residentie Wim Chielens