“Iedere leerling krijgt van mij minstens één compliment”

Welke technieken gebruik je om de aandacht van jongeren vast te houden? Wat zijn de grootste uitdagingen die je tegenkomt? We vuurden een reeks vragen af op dichter en podiumbeest Yannick Moyson. Sinds 2018 is lezingen geven zijn hoofdberoep en begeestert hij leerlingen met taal en poëzie.

Portret Yannick Moyson in de klas
Portret Yannick Moyson
Leerlingen dragen tekst voor in de klas

Welke technieken gebruik je om de aandacht van jongeren vast te houden tijdens een lezing?

“Ik zet heel erg in op participatie van de deelnemers en zorg ervoor dat ik in voldoende afgebakende delen werk. Door af te wisselen tussen oefeningen rond verschillende taal- of voordrachttechnieken blijft het behapbaar en verliezen jongeren hun focus niet. Na elke oefening delen de leerlingen hun resultaten voor we weer voortgaan naar een volgend onderdeel.”

Kun je een voorbeeld geven van iets dat bijzonder goed werkt om de jongeren te betrekken?

“Ik start steevast met een improvisatieoefening, waarbij de deelnemers me woorden mogen geven (op een post-it). Daarmee maak ik een instant gedicht. Dat trekt de aandacht, gezien de meeste leerlingen niet echt verwachten dat dat ook een vorm van poëzie is. Ze kunnen laagdrempelig deelnemen en het zorgt er meestal voor dat iedereen nadien wil meewerken. Een ander onderdeel waar ze meestal graag aan meewerken is beeldend schrijven. Dat geeft jongeren de ruimte om hun eigen invulling te geven aan de opdracht. In plaats van te zeggen dat ik met de tram naar hun school ben gekomen zeg ik dan bijvoorbeeld dat ik met een ondergrondse elektrische regenworm naar hun oord van verderf ben afgereisd. Ik betracht vooral spelplezier met taal te genereren. Een wedstrijdelement, bijvoorbeeld raden welke originele letterlijke zin aan de basis lag van een figuurlijke zin, helpt ook altijd."

Op een speelse manier ondervinden ze zo zelf hoe taal werkt en hoeveel ruimte voor interpretatie er is. Door zulke oefeningen zie je echt de aha-erlebnis in hun ogen.

Pas je je lezing aan voor verschillende groepen?

“Zeker en vast. Ik probeer altijd te zoeken naar de zone van naaste ontwikkeling, dat zijn de leeruitdagingen waartoe leerlingen in staat zijn maar die ze nog net niet verworven hebben. Als ik merk dat een bepaalde oefening vlot gaat, dan maak ik die wat uitdagender. Dat kan zowel op individueel niveau als groepsniveau. Omgekeerd is het ook belangrijk om het wat makkelijker te maken als dat nodig is. Voor leerlingen arbeidsfinaliteit of dubbele finaliteit moet je het niet te technisch hoogdravend maken. Mijn belangrijkste tip is om flexibel te zijn met je voorbereiding. Bij de ene groep werkt iets wel, bij de andere niet. Dat is helemaal niet erg. Hoe meer je oefent, hoe meer je je leert aanpassen. Als ik merk dat daar nood aan is, pas ik mijn aanbod altijd aan de leerlingen aan.”

Wat zijn de grootste uitdagingen die je tegenkomt tijdens lezingen aan jongeren?
“Poëzie is saai. Taal is niets voor mij. Praten voor publiek is moeilijk. Ik neem veel tijd om een vertrouwensband op te bouwen. Ik vraag naar de naam en het talent van alle deelnemers om ze wat te leren kennen. Telkens als ze een oefening hebben afgewerkt, vraag ik iedereen om hun tekst te delen met de groep. Op die manier heb je al snel elke leerling twee tot vijf minuten voor een groep laten spreken op het einde van de lezing.”

Ik geef zo veel mogelijk directe feedback en positieve bekrachtiging: iedere leerling krijgt van mij minstens één compliment. De meesten zijn dat niet gewoon en vinden dat ook heel moeilijk om te aanvaarden.

Leerling draagt tekst voor
Yannick Moyson leest tekst van leerling
Leerling aan het schrijven

Stem je op voorhand veel af met de organisator?

“Ik weet graag hoeveel leerlingen er deelnemen, in welke richting en welk jaar ze zitten, maar verder verdiep ik me op voorhand zo weinig mogelijk in een groep. Ik wil zonder oogkleppen of veronderstellingen met iedereen aan de slag gaan. Doordat ik iedereen op dezelfde manier betrek, is het vaak ook makkelijker om ze allemaal mee te krijgen. Dat inclusieve verhaal vind ik superbelangrijk. Dat heeft allicht ook met mijn achtergrond als opvoeder/begeleider te maken.”

Hoe ga je om met vragen die onverwacht zijn of buiten de context van de lezing vallen?
“Ik probeer daar altijd mijn tijd voor te nemen en tracht het in iets geschreven om te zetten. Zo was ik een keer in een groep met een meisje dat niets met de anderen wilde delen omdat het te persoonlijk was. Ook bij de volgende opdracht zag ik dat ze worstelde en ergens tegenaan liep. Terwijl de anderen aan het werk waren, heb ik haar even apart gesproken. Ze had het moeilijk thuis en was bang voor wat eruit zou komen als ze eerlijk neerschreef wat ze voelde. Ik wil jongeren zeker niet dwingen om iets te doen waar ze zich niet goed bij voelen; hun mentaal welzijn primeert. Ik heb in plaats daarvan een tekst voor haar geschreven om haar te bedanken dat ze me in vertrouwen durfde te nemen en om haar wat moed in te spreken. Toen iedereen wegliep na de les, kwam ze me nog een knuffel geven om me te bedanken. Het raakt me nog steeds als ik het vertel."

Ook als er andere moeilijke onderwerpen aan bod komen, bijvoorbeeld racistische uitspraken, laat ik dat niet zomaar passeren en ga ik het gesprek daarover aan.

Welke boodschap wil je dat jongeren meenemen na jouw lezing?
“Creatief met taal aan de slag gaan is ook iets voor mij. Ik kan meer dan ik denk of dan er me toegespeeld wordt. Poëzie (of podiumliteratuur) is niet zo saai als ik dacht. Ik ben heel strijdlustig en zet alle middelen in om die boodschap over te brengen op leerlingen.”

Je deed ook mee aan een auteursresidentie in Anderlecht. Hoe was dat en kon je die boodschap daar ook overbrengen?

“Die auteursresidentie was superfijn. Het is een voorrecht om 20 uur ter beschikking te hebben om met jongeren rond taal te werken. De groep bestand uit heel gesloten, stoere jongens die veelal in kwetsbare situaties leven en niet de gewoonte hebben om hun gevoelens te uiten. Het is ongelooflijk hoe ze zich opengesteld hebben. Belangrijker dan een mooi gedicht afleveren was het inzicht dat taal een tool kan zijn om zich beter in hun vel te voelen en een actieve burgerrol op te nemen. Het heeft me echt geraakt hoe ze vertrouwen kregen in hun eigen kunnen.”

Yannick krijgt de jongeren actief mee tijdens zijn sessies. Mooi om te zien hoe hij hen stimuleert, aanmoedigt en prijst voor hun deelname. Originele en inspirerende sessies waardoor jongeren een speelse en andere kijk krijgen op de veelzijdigheid van poëzie.

Hilde Umans van de Antwerpse bibliotheek Driehoek

Evalueer je een lezing achteraf?
“Ik reflecteer altijd na een lezing, ga in gesprek met de organisatoren en natuurlijk via de evaluatie op auteurslezingen.be. Ik probeer tijd te maken om met de deelnemers een kort feedbackgesprek te voeren, maar daar is niet altijd tijd voor. Ik vind het waardevoller dat elke leerling hun gedicht nog kan delen met de groep, dan snel een feedbackgesprek te voeren. Meestal spreekt de energie van de deelnemers ook voor zich.”

Yannick had een goede klik met de leerlingen en wist ze te boeien. Er werden geen inhoudelijke beperkingen opgelegd en dat resulteerde in soms eerder vulgaire, seksueel getinte antwoorden, maar dat is typisch. De auteur liet zich daardoor niet uit het lood slaan. De leerlingen waren heel enthousiast! Poëzie interesseert onze leerlingen normaal weinig.

Diederich Wens van Kogeka Geel