Wil je graag informatie ontvangen over boeiende lezingen en een overzicht krijgen van nieuwe auteurs op deze website? Schrijf je dan in voor onze maandelijkse nieuwsbrief vol inspiratie en handige tips!
Op onze website kun je auteurs zoeken op basis van verschillende onderwijsthema’s of sleutelcompetenties in het (secundair) onderwijs. Om je te helpen bij de zoektocht naar de juiste auteur om over een bepaald thema te vertellen, lanceren we voor elk thema een oproep bij auteurs om toe te lichten hoe ze met dat thema aan de slag gaan. De suggesties hieronder worden aangevuld telkens als we nieuwe reacties ontvangen.
Waar komt onze literatuur vandaan? Wat is ons literair verleden? Wie zijn de voorgangers van de uitmuntende Nederlandstalige auteurs die binnenkort literaire prijzen mogen ontvangen? Het antwoord op die vragen is de dynamische literaire canon die werd opgesteld door KANTL.
De canon toont welke boeken er in Vlaanderen als essentiële werken uit de Nederlandstalige literatuur worden beschouwd. Die selectie van literaire werken is geen in beton gegoten inventaris van zogenaamd verplichte literatuur. De canon is een gids en een inspiratie.
Hoewel veel van de uitgelichte auteurslezingen hieronder een werk uit de canon centraal stellen, beperken de literaire klassiekers die aan bod komen zich niet tot die selectie.
Ben je leerkracht en wil je in de klas met klassiekers aan de slag? Kijk dan zeker ook naar de nieuwe website de literaire canon in de klas. Je vindt er nieuwe leermiddelen rond enkele werken uit de canon, specifiek ontwikkeld om rijke teksten interactief voor te lezen in schoolverband.
Op woensdag 11 oktober organiseert KANTL een inspiratiedag voor leerkrachten Nederlands en studenten uit de lerarenopleiding. De focus ligt op de tweede en derde graad van het secundair onderwijs en er is een aanbod voor voor ASO, BSO, KSO EN TSO. Ontdek effectieve benaderingen en methoden om (canon)literatuur tot leven te brengen in het klaslokaal en de betrokkenheid van leerlingen bij literatuur te vergroten.
Ook de website Literatuurgeschiedenis.org is een interessant platform om te raadplegen. De website biedt kennis, verdieping en inspiratie voor leraren en leerlingen in Nederland en Vlaanderen. Je leest er over literaire teksten van de middeleeuwen tot nu en leert meer over de schrijvers, thema's en stromingen.
Bij een aantal moderne klassiekers geschreven door vrouwen ontwikkelde schrijverscollectief Fixdit educatief materiaal voor scholieren, met namen vlogs en lesbrieven. Rond deze werken zijn al vlogs en lesbrieven verschenen:
“Ik had horen vertellen over Paul van Ostaijen, hoe hij door de straten van Antwerpen zwierf, met een cape die in de wind waaide als had hij vleugels. Ik was jong en wilde niets liever dan ook zo door de straten lopen, alleen met mezelf, met alle ogen op mij gericht. Pas later zou ik het werk van van Ostaijen leren kennen. De eerste schok kwam met 'Vers 6', een gedicht over iemand die niets (meer) is. Ik ging meer lezen en Paul van Ostaijen was blijkbaar overal. Toen ik boeken ging illustreren, kwam ik weer bij hem terecht. Ik probeerde tekeningen te maken bij zijn gedichten, en dat bleek moeilijker dan ik dacht. Het werd een lang werkproces dat mijn kijk op illustreren grondig veranderde. Paul van Ostaijen zou pas later de plek krijgen die zijn werk verdient. Veel van wat hij deed mislukte. Maar al zijn omzwervingen leidden tot een aantal onvergetelijke teksten. Ik vertel dus met alle plezier over de rol die zijn werk in mijn leven en werk speelde. Over zijn leven, zijn kunst en de lastige weg die hij ging.”
Sylvie Marie is een prille dertiger uit het West-Vlaamse Tielt, maar woont al jaren in Gent. Ze schrijft verhalen en gedichten en staat regelmatig op een podium om haar teksten tot leven te wekken. “Wat hebben Herman Gorter, Hugo Claus en Maria Vasalis gemeen? Ze schreven hun verzen met hun hart, zo puur dat het soms pijn doet aan je ogen, maar tegelijkertijd zo krachtig in hun zeggen dat je niet anders kunt dan nederig het hoofd buigen. Tijdens een vrolijk animerende reis gids ik het publiek doorheen het meest beklijvende en inspirerende werk van die drie onvergetelijke woordkunstenaars. Af en toe verklap ik daarbij wat destijds in de roddelpers had moeten staan. Ik hoop dat mijn vurige pleidooi de vonk doet overslaan.”
“Toen ik, jaren geleden, ‘Apocrief / De analphabetische naam’ van Lucebert las, heb ik in deze strofe het opschrift voor mijn grafsteen teruggevonden: maar mij het is blijkbaar is wanhopig / zo woordenloos geboren slechts / in een stem te sterven. Lucebert was een vernieuwer met kennis van de traditie. In het bekende sonnet waarmee ‘Apocrief/De analphabetische naam’ opent, valt hij de navelstaarderige Tachtigers aan én vraagt ruimte voor het individu. Zijn gedichten variëren enorm, van epigram tot epos, en zijn toch meteen als van hem, en hem alleen, te herkennen. Talrijk zijn de raadselachtige zinnetjes die in het geheugen blijven hangen alsof ze glashelder zijn, of geneeskrachtig. Lucebert bevestigde voor mij dat poëzie niet buiten de wereld staat maar er midden in. Zo liet hij zien dat het logisch was dat maatschappelijk onrecht in gedichten aan de kaak kon worden gesteld.”
Lies Van Gasse is beeldend kunstenaar en dichter. Ze dicht met verf en schildert met woorden. In haar werk gaan woord en beeld hand in hand. Zowel in haar illustraties bij de gedichten van onder andere Guido Gezelle en Peter Theunynck, als in haar eigen werk combineert ze tekst en beeld. Ze beschrijft het toepasselijk als ‘graphic poems’. In ‘Woorden Temmen 3. Toon de stad’ ontdekken Lies Van Gasse en Laurens Ham een imaginaire stad aan de hand van hun favoriete dichters. Daar horen ook twee dichters uit de canon bij: Paul Van Ostaijen en Lucebert. “In mijn lezing / workshop neem ik mijn publiek mee op ontdekking door hun werk. Lezen is niet alleen begrijpen, maar ook kijken, luisteren, schrijven en vooral ook veel doen. Ik vul de sessie aan met andere praktijkvoorbeelden van literaire klassiekers en hun invloed op de poëzie van vandaag, zoals Hadewijch, Van den Vos Reynaerde en Guido Gezelle.”
“Toen ik nog kind was, citeerde men in mijn buurt gulhartig Gezelles ‘kleengedichtjes’. Meestal onthaalden mijn broers en ik dat op een diep zuchten. Pas toen ik hoorde dat Gezelle met vaste hand de katapult bediende, steeg mijn achting voor de West-Vlaamse dichter. Niet meteen een literair criterium, maar later zette een leraar Nederlands me wel op het juiste spoor. Hij slaagde erin om de meest alledaagse gebeurtenissen te verweven met de gedichten van Gezelle. Steeds meer was ik onder de indruk van hoe hij de stroeve Vlaamse taal prachtig kon laten zingen. Toen ik enkele jaren geleden de internationale boekenbeurs voor kinder- en jeugdliteratuur in Bologna bezocht, trof ik bij Spaanse en Engelse uitgevers tot mijn verrassing boeiende bloemlezingen aan van hun ‘canondichters’, zoals Lorca, Neruda, Shakespeare en Byron. Dat inspireerde me om me opnieuw te verdiepen in het werk van Gezelle en een bloemlezing te maken voor de jeugd.”
“Midden jaren zestig wordt journalist Roger Van de Velde geïnterneerd omdat hij doktersvoorschriften vervalst. Acht jaar verblijft hij onder erbarmelijke omstandigheden in gevangenissen en psychiatrische ziekenhuizen. Maar net daar staat de schrijver in Van de Velde op. Binnen de grauwe gevangenismuren ontstaat zijn oeuvre: beklijvende verhalen vol laconieke humor en diepgevoelde sympathie voor mensen aan de rand van onze samenleving. In november 2020 publiceerde ik ‘Deze wereld is geen ergernis waard’, mijn biografie over Roger Van de Velde. Tijdens deze lezing duik ik in het leven en werk van Roger Van de Velde aan de hand van fotomateriaal, fragmenten uit brieven en het werk van Van de Velde. Ik breng ook enkele brieven mee waarin ik me tot Van de Velde richt.”
“Ik doe nooit meewarig over schrijvershuizen en oude boeken. Sommige van die plekken en verhalen bezitten de magische macht ons te verplaatsen. Zelfs een argeloos bezoeker of ongeoefend lezer komt in echo met een onbekende wereld die iets reveleert over onszelf. Streuvels kreeg voor ‘Het leven en de dood in den ast’ (1926) de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Proza. Toen Streuvels later in een brief terugblikte op zijn oeuvre, noemde hij deze novelle als het werk ‘auquel je tiens le plus de tout que j'ai écrit’. Ik las het werk in Streuvels’ schrijvershuis, Het Lijsternest in Ingooigem. Ik zat in zijn schrijfkamer, voor het vermaarde panoramische raam. Over dat huis en dat boek, wil ik het graag met u hebben: over de figuur Streuvels, een vals-bescheiden BV-avant-la-lettre, over Freud en de mysterieuze bouwsels die asten zijn, en vooral over deze grandioze, duistere novelle die Streuvels creëerde.”
“Stijn Streuvels … Klassieker. Klasbak. Boerenromans. Bestoft. West-Vlaming. Vlas. Snor. Voeg naar hartenlust zelf clichés toe. Ik kende ze ook wel. Elke keer als ik langs zijn Lijsternest reed, werd ik eraan herinnerd dat ik eens in zijn werk moest duiken. Toen was daar het Streuvelsjaar en een artikel in de krant. Ik las daarin de korte inhoud van ‘Het leven en de dood in den ast’ en twee dagen later had ik het boek gelezen. En al op pagina twee wist ik dat ik dit meesterwerk zou verstrippen. Zonder woorden. Streuvels schrijft en beschrijft met zo’n verbeeldende kracht dat het hele verhaal kan worden verteld via ‘visual storytelling’. De graphic novel wérkt zonder woorden. Honderddertig pagina’s. De originele woorden van Streuvels worden in hun totaliteit en literaire pracht achteraan het boek toegevoegd, zodat strip én novelle een dubbele ontmoeting met Streuvels vormen. Twee versies van één wereldse klassieker. Ik vertel graag meer over het project.”
“Als er één boek van Bomans moet overblijven, laat het dan zijn sprookjesboek zijn. Dat is een metgezel voor het leven. Geen mooiere zin om weer te geven hoe de sprookjes van Godfried Bomans door de jaren heen stand hebben gehouden. Het genre ’sprookjes' op zich is boeiend en leert ons niet alleen over het verleden, maar ook over de wereld van nu en hoe we erin staan. Wij komen niet onbeslagen op het ‘sprookjesijs’, want al langer dan een decennium begeesteren we het voorleesgezelschap De LeesBeesten. Daarin brengen de we als de eigenzinnige Annie de Pannie en Tante Tania sprookjes tot leven en stellen we de vragen die jongeren zich er in de 21ste eeuw bij hebben. Speciaal voor deze gelegenheid nemen wij Godfried Bomans onder handen en brengen we enkele van zijn sprookjes tot dicht bij de leefwereld van jongeren van vandaag.”
“Ik ben bereid om dé Vlaemsche topklassieker aller tijden te behandelen, te verwerken en te bewerken in samenspraak met onze jeugdige liefhebbers van heldhaftige ridderexploten waarbij De Rode Ridder steevast in het niets valt. Samen met onze schitterende schildknapen en bevlogen jonkvrouwen doe ik Consciences knaller herrijzen uit het stof der bibliotheken om hem nieuw leven in te blazen en ons middeleeuws hoogtepunt op te warmen. We spelen scènes na in het beste Nederdiets van weleer en verliezen ons in het aanmaken van een nieuwe versie in het Vlaams van vandaag. Zonder te zwetsen als kinkels. Jawel, er zijn nog helden en heldinnen: ze zitten op onze schoolbanken en ik breng hen onze geschiedenis bij. Of nee, ze doen het zelf! Het bloed van onze voorvaderen stroomt immers als vuur door hun prille aderen. Vlaanderen de Leeuw!”
“In mijn lezing voer ik het publiek mee op een roetsjbaanrit doorheen de poëziegeschiedenis. We reizen van de oudste gezangen naar de mooiste middeleeuwse balladen, via Vondel en Gezelle naar Rimbaud en Van Ostaijen, grondleggers van de moderne poëzie, en verder. Al jaar en dag breng ik dit avontuurlijke poëzieprogramma voor de meest diverse doelgroepen. Ik breng mijn lievelingsgedichten uit de voorbije 100 jaar mee en die zijn nu eens intiem, dan weer theatraal-muzikaal. Ook mijn eigen werk komt aan bod. Ik wil vooral laten zien hoe breed de waaier van mogelijkheden is die poëzie biedt. Afsluiten doe ik steevast met een klankgedicht van Antonin Artaud dat iedereen van de sokken blaast.”
Weinigen zijn zo gebeten door Reinaert de vos als Rik Van Daele. Het begon allemaal met een bekroonde doctoraatsstudie aan de KU Leuven. Later publiceerde hij nog tientallen artikels en een dozijn boeken waarin de vos bijna altijd een hoofdrol speelt. “Ik ontmoette de vos voor het eerst als tienjarige tijdens het Reynaertspel in Sint-Niklaas in 1973, waar de jonge Tom Lanoye als jong vosje optrad. Mijn fascinatie was gewekt. Later kwam ik hem opnieuw tegen aan de universiteit, en sindsdien is hij mijn literaire wapenbroeder. Men noemt hem achterbaks, duivels, hypocriet en meedogenloos. Men noemt hem sluw, superieur, verdorven en wreed. Voor de ene een averechtse moralist, voor de ander een weemoedige twijfelaar. De vos die je ziet, ben je zelf? Reinaert is zo universeel dat hij vandaag ook bij jongere generaties vertederend, hip, trendy, cosy, smart, young, zelfs hot en sexy kan zijn.”
Naar de canon en de literaire canon in de klas.
Ben je auteur, sta je op onze website en geef je ook lezingen rond dit thema? Geef ons een seintje via info@auteurslezingen.be met wat toelichting over hoe je precies rond dat thema werkt. Dan zetten we jou ook in dit overzicht.
Of ben je leerkracht en nodigde je een auteur van deze site uit om over dit thema een lezing te geven? Laat het ons ook weten via info@auteurslezingen.be en we nemen contact op met de auteur in kwestie om in dit overzicht te worden opgenomen.
Ook rond andere thema’s maken we overzichten waarin auteurs meer toelichting geven hoe ze ermee aan de slag gaan in de klas: