Kaat Vrancken
Biografie
Kaat Vrancken (1957) is kinderboekenauteur. Ze debuteerde in 1995 met de bundel ‘Zing maar, Hannah’ (Lemniscaat), het eerste van vier boeken over de kleine Hannah. Het verhaal is een aaneenschakeling van fragmenten die allerlei plezierige, ernstige en treurige momenten beschrijven uit het even alledaagse als bijzondere leventje van een kleuter die onbevangen en nieuwsgierig tegen de dingen aankijkt. Kenmerkend is de lichte, haast terloopse stijl. Doorheen haar carrière heeft Kaat onder meer de Zilveren Griffel voor 'Hannah en het raadsel van de stilte', de Boekenwelp voor 'Wimperwensen, klavertjesvier' (Querido, 2002), de Boekenleeuw én de Zilveren Griffel voor 'Cheffie is de baas' (Querido, 2004) en de Vlag en Wimpel (Griffeljury) voor 'Beu' (Querido, 2010) behaald.
Ze gaf ook vijftien jaar lang het vak Creatief Schrijven aan de Genkse Academie voor Muziek, Woord en Dans.
Voor Kaat is het vertellen van verhalen aan kinderen haar persoonlijke bijdrage om hun leven lichter te maken. Als ze in nieuwsberichten kinderen in moeilijke situaties ziet, zoals in ontwikkelingslanden, rampgebieden en ziekenhuizen, heeft ze de drang om hen iets voor te lezen. Met een verhaal wil ze hen wegtrekken uit hun ellende.
Uitgelichte titels
Wat een dag!
Een week bij jou, een week bij mij
Arthur en de tattoo van Wolf
Lezingen
Lezingen voor kinderen (bij voorkeur vanaf 5 tot 10 jaar)
1. Met een koffer vol knuffels, illustraties en kleurplaten komt Kaat de klas in.
2. Ze begint met de vraag: 'Kunnen jullie rijmen?' en geeft enkele grappige voorbeelden. Van een vrolijk verhaal schakelt ze over naar een treurig verhaal. Samen praten ze over gevoelens: wat maakt je blij? Wat maakt je verdrietig? Kan je iets doen tegen verdriet? Wat?
3. Dankzij de boekjes over Fox & Fien, Arthur en Cheffie laat Kaat kinderen op een bijzondere manier kennismaken met de ervaringswereld van honden. Aan de hand van geluiden, geuren en gebaren wijs ik hen op de zintuiglijke verschillen tussen mens en hond. Verschillende kinderen spelen een rollenspel waarbij ze afwisselend hond en mens zijn.
4. Voortdurend stelt Kaat de kinderen vragen. Uiteraard voorziet ze tijd waarin zij ook vragen kunnen stellen. Tenslotte krijgen de kinderen allemaal een A4-illustratie die ze kunnen inkleuren (op school of thuis).
Presentatiemethodes: vertellen, voorlezen, tonen van knuffels en illustraties op karton, PowerPoint, muziek, uitdelen van kleurplaten.
Online-lezingen: mogelijk maar Kaats voorkeur gaat uit naar live-lezingen vanwege de interactie met kinderen en de zintuiglijke ervaring die ze hen wilt bieden.
Lezingen over creatief schrijven
1. Kaat introduceert kort zichzelf en haar boeken (eventueel via PowerPoint-presentatie).
2. Focus op de jeugdroman ‘30.000 woorden van Charlie’ die gebaseerd is op de schrijfmarathon Nanowrimo (National Novel Writing Month). Hoe is dit boek tot stand gekomen? Waarom duurde het schrijfproces zo lang? Welke thema's zitten in het verhaal?
3. Wat zijn de typische beginnersfouten? Hoe vermijd je die? Welke flaters heeft Kaat zelf gemaakt toen ze debuteerde? Op welke fouten betrapt ze zichzelf nu nog? Ze vertelt de deelnemers over de evolutie die ze als schrijver heeft doorgemaakt. Ze krijgen voorbeelden van beginnersfouten en schrijftips. Al naargelang de beschikbare tijd kunnen deze thema’s aan bod komen: conflict / show, don’t tell / perspectief / organisatie van je schrijftijd / research / leeservaring / digitale tools om te schrijven. Andere voorstellen zijn altijd welkom.
4. Er wordt voldoende tijd voorzien voor vragen en discussies.
Presentatiemethodes: PowerPoint, vertellen, geven van schrijfopdrachten.
Online-lezingen: mogelijk.
Lezingen voor lerarenopleiding
1. Kaat introduceert kort zichzelf en haar boeken (eventueel via PowerPoint-presentatie).
2. Ze vertelt aan de hand van knuffels, kleurplaten en muziek. Zo betrekt ze de kinderen op verschillende manieren bij haar lezingen. Hoe maakt ze hen enthousiast om te lezen? De nadruk ligt op 'Wat als een boek af is en ze ermee naar scholen en bibliotheken trekt?' Kaat probeert toekomstige leerkrachten te tonen dat voorlezen veel meer kan zijn dan alleen maar voorlezen. Via een verhaal speelt ze in op zoveel mogelijk zintuigen van de kinderen. Ze laat ze ruiken, horen, bewegen, voelen en illustraties zien.
3. Ze nodigt toekomstige leerkrachten uit om haar lezing te beleven alsof ze zelf kinderen zijn. Ze spelen bv. een scène uit een boek na zodat ze ondervinden hoe je thema's als euthanasie, dood, racisme, pesten en echtscheiding bespreekbaar kunt maken. Uiteraard komen thema's als liefde, verliefdheid, vriendschap en vrolijkheid ook aan bod.
4. Er wordt voldoende tijd voorzien voor vragen en discussies.
Presentatiemethodes: PowerPoint, vertellen.
Online-lezingen: mogelijk maar haar voorkeur gaat uit naar live-lezingen vanwege de interactie met de studenten en de zintuiglijke ervaring die ze hen wilt bieden.
Praktisch
- Bij lezingen voor kinderen wenst Kaat een publiek van maximaal 30 leerlingen.
