Hilde Devoghel
Biografie
'Een mens denkt elke dag een zee van 50.000 gedachten.’ Hilde Devoghel (1961) duikt in die gedachten en schrijft zich een universum waarin plaats is voor liefde, gemis, wetenschap en levenslessen (ook die voor een dichter).
Devoghel is auteur, redacteur en copywriter. Begin 2023 publiceerde ze de gedichtenbundel 'Meestal zijn we aardig' bij uitgeverij Pelckmans waarin ze volgens recensenten in de Poëziekrant en op Mappalibri ‘een eigen poëtische stem’ ontwikkelt. Met die stem probeert de auteur te ontroeren en de grote levensthema’s te relativeren, vaak met een dosis binnenpret.
Hilde Devoghel heeft een achtergrond als journaliste en wetenschapscommunicator van de KU Leuven, in die zin schrijft ze blogposts en nieuwsbrieven waarin ze het heeft over burgerwetenschap maar ook over voedselstress in het bijenhotel, fijnstofmetingen of de opwarming van de Noordzee (https://www.scivil.be/succesverhalen). Die inzichten sijpelen op een lichtvoetige manier door in haar literair werk.
In 2017 ontcijferde de auteur een 'Oorlogsdagboek van een minderjarige boerenzoon', de publicatie van deze getuigenis is intussen aan zijn derde editie toe. Op literair vlak won Devoghel de columnwedstrijd van This is how we read, de WEL Flitsverhaal wedstrijd en de Julia Tulkensprijs 2021 voor cursiefjes. Haar blog kan je vinden op: www.talesandtalks.com.
Uitgelichte titels
Meestal zijn we aardig
Lezingen
Onder de titel ‘Woorden openen luikjes in je hoofd’ werkt de auteur rond de kracht van poëzie én taal in het algemeen.
Woorden stellen scherp, ze kristalliseren gedachten en gevoelens én ze houden in zekere zin ook afstand. Wat je niet gezegd krijgt, kan je soms wel verwoorden in teksten. Gedichten zijn bij uitstek geschikt om luiken in je hoofd te openen. Het plezier van schrijven en spelen met taal staat in deze lezing voorop.
De auteur overloopt de verschillende stappen van haar schrijfproces en geeft concrete tips over hoe ook deelnemers aan het schrijven kunnen gaan. Ze illustreert aan de hand van voorbeelden hoe ze inspiratie put uit sleutelmomenten, uit sociale situaties, flarden van gesprekken, een stortbui, mooi binnenvallend licht of gewoon een krantenartikel of een wetenschappelijke tekst. Vervolgens heeft ze aandacht voor het overboord gooien van je innerlijke criticus en voor het proces van herformuleren, scherpstellen, schrappen en redigeren. De eigen schrijfboeken van de auteur zijn een goede illustratie van het spelen met tekst :)
Verder komen een aantal specifieke schrijftechnieken aan bod, telkens met voorbeelden uit teksten van de auteur of uit teksten van andere dichters en romanschrijvers. Zo is er onder meer aandacht voor metaforen, clichés, personnificaties, tijdswissels, beginzinnen, cadens, metrum en ritme. Tijdens de lezing is er ruimte voor interactie en vragen.
De lezing is een persoonlijke getuigenis die tegelijk universeel is. Wie zin heeft, kan tenslotte op bepaalde zinnen uit de bundel ‘Meestal zijn we aardig’ een vervolg schrijven. Tenslotte geeft de auteur nog een aantal referenties ( taal- en schrijfbronnen) en tips over literatuur en recente boeken prijs.