Wil je graag informatie ontvangen over boeiende lezingen en een overzicht krijgen van nieuwe auteurs op deze website? Schrijf je dan in voor onze maandelijkse nieuwsbrief vol inspiratie en handige tips!
Met 42 jongeren een psychologisch drama schrijven én publiceren: dat is het titanenwerk dat Erik Persoons samen met leerlingen van de tweede graad biotechnische wetenschappen heeft aangevat tijdens zijn auteursresidentie in Sint Jozef Geel. De schrijver vertelt graag hoe dat in zijn werk ging.
Ik was niet aan mijn proefstuk toe en had al verschillende projecten uitgewerkt met scholen, maar toen Literatuur Vlaanderen me meedeelde dat ik mocht meewerken aan hun auteursresidenties was ik toch in de wolken. Ik houd van uitdagingen en dat beloofde het ook te worden. Ik kreeg van de coördinatoren van het Sint Jozef in Geel namelijk te horen dat er maar liefst 42 studenten zouden meewerken, twee klassen biotechnische wetenschappen.
Ik startte de eerste samenkomst zoals ik altijd begin als ik voor de klas sta. Ik houd van veel interactie en probeer de studenten vooral te enthousiasmeren voor literatuur. Aan de hand van voorbeelden, vragen, filmpjes en voorleesmomenten probeer ik hen te overtuigen hoe krachtig het geschreven woord kan zijn.
Enthousiast waren ze in ieder geval wel na die eerste sessie. Mijn voorstel om samen een boek te schrijven werd al snel warm onthaald. In de inspiratiegids van Literatuur Vlaanderen was een van de opdrachten het schrijven van een kortverhaal, en dat vond ik wel leuk. Dat was buiten de leerlingen gerekend. Zij waren zo gedreven, de leerkrachten hadden me verwittigd voor hun mondigheid, dat ze onmiddellijk beslisten om de lat heel hoog te leggen.
Wij gaan samen één verhaal schrijven! En niet zomaar een verhaal, neen, een psychologisch drama.
En wie ben ik om dit enthousiasme te temperen. Ik schreeuw zelf altijd van de daken:
‘the sky is not the limit.’
We verdeelden de 42 leerlingen in 11 groepen en vanaf de tweede samenkomst werkte iedere groep aan één personage in het verhaal. Er werd een frame opgesteld, de verschillende personages voorgesteld en een tijdlijn uitgewerkt.
De eerste teksten die tot stand kwamen, waren nog wat terughoudend en algemeen, ze misten diepgang. Dat had ik wel verwacht. Zodra de leerlingen voelden dat mijn geloof in het slagen van dit project, maar ook mijn geloof in hun kunnen bleef pieken, geloofden ze zelf ook meer en meer in de goede afloop. Kun je geloven dat dit na de eerste samenkomsten één van de meest voorkomende opmerkingen was die de leerkrachten van de leerlingen kregen: ‘Waarom blijft Erik altijd zo positief?’
Eenmaal over de drempel heen, als je hen hebt kunnen raken, is het ongelooflijk hoe creatief, vindingrijk en fantasievol deze jongeren zijn. Ze werkten diverse plots uit waar ik zelf nooit aan zou gedacht hebben. Bij momenten was ik echt jaloers. Zoals ik al zei, waren ze in het begin niet overtuigd van hun eigen kunnen. Tot we een vijftal samenkomsten ver waren en het verhaal vorm begon te krijgen. Ik zag duidelijk dat mijn theoretische tips & tricks die ik aan het begin van elke samenkomst gaf, hen te lang duurden.
Ze wilden actie, ze wilden schrijven! Wat een ommezwaai.
De zevende samenkomst was ongetwijfeld een hoogtepunt. De leerlingen hadden besloten om een psychologisch drama te schrijven dat zich grotendeels afspeelt op de afdeling psychiatrie van een ziekenhuis. Ze hadden echter geen flauw idee hoe zo’n afdeling eruitziet of hoe het er op de afdeling psychiatrie toegaat. Dus nodigde ik Inge uit, een borderlinepatiënte die ik al jaren ken en tot mijn vriendenkring mag rekenen.
Haar uiteenzetting en getuigenis over haar opnames op de PAAZ sloegen in als een bom. Ook tijdens de vragenronde was het zo stil en waren de leerlingen zo aandachtig dat je een speld kon horen vallen. Oorspronkelijk had ik vijfenveertig minuten uitgetrokken voor Inges bijdrage, maar na een uur moest ik ingrijpen en de vragenronde afsluiten. Het mocht echter niet baten, want het volgende uur, toen er moest geschreven worden, bleven de leerlingen Inge individueel met vragen bestormen als ze toevallig hun tafel passeerde.
Uiteraard kun je geen roman schrijven op 10 samenkomsten van pakweg twee uur. Aan het einde van de tiende samenkomst zaten we echter wel al aan een tekstbestand dat maar liefst 168 pagina’s telde. Het was al eind november en dus besloten we om ons eerst te richten op de examens die eraan kwamen. Ondertussen zou ik al beginnen met het redigeren van het verhaal en waar nodig nog een kleine bindtekst schrijven. We kwamen wel overeen dat elke leerling individueel nog kon voortwerken in zijn of haar vrije tijd en mij de aanvullingen mocht bezorgen.
Het is onze betrachting, zowel die van de leerlingen, de leerkrachten en mezelf, om tegen de krokusvakantie een proefmanuscript aan een uitgeverij te bezorgen. Want één feit staat als een paal boven water: dit verhaal wordt een meesterwerk, een toonbeeld van inzet, creativiteit en samenwerking.
Amy’s wekker haalt haar met een schril geluid uit een rusteloze slaap.
‘Pff, ik wil nog niet opstaan,’ mompelt ze. Ze strompelt uit bed en slentert naar de badkamer, waar ze, nog half in slaap, haar tanden begint te poetsen. Terwijl ze met de tandenborstel stug over haar tanden schuurt, kijkt ze in de spiegel of haar kaak nog rood is en hoe de snee eruitziet. Ze ziet de grote wonde op haar voorhoofd die nu bedekt is door een dikke, beschermende korst. Ze probeert het letsel te verbergen onder haar lange bruine haren.
Wordt vervolgd …