Tijl Nuyts (°1993, Istanbul) is auteur en dichter, onderzoeker en eindredacteur poëzie van het literaire tijdschrift Kluger Hans. In 2017 werd zijn poëziedebuut Anagrammen van een blote keizer genomineerd voor de C. Buddingh’-Prijs. De opvolger Vervoersbewijzen verscheen in 2021.
Delphine Lecompte over Vervoersbewijzen: ‘De gedichten van Tijl Nuyts zijn bezwerende bespiegelingen over de moderne tijd en over onze atavistische reflexen. Toeristen worden nomaden worden pelgrims worden wegwerpmateriaal. Passagiers worden profeten, geliefden, zieken, beulen, martelaars, en zielsverwanten. Schoonheid en wreedheid, pulp en puurheid worden naadloos verweven met elkaar. Ik overdrijf dan ook niet wanneer ik de poëzie van Tijl Nuyts mijn grootste literaire ontdekking van de 21ste eeuw noem.’
Uit het juryrapport van de C. Buddingh’-prijs, over Anagrammen van een blote keizer: ‘Deze bundel, van de jongste en meest durvende genomineerde, valt op door het beheerste denk-en taaleigen, zijn originaliteit en de ver doorgevoerde compositie. Hier wordt een verrassende, meertalige wereld geschetst met wonderlijke figuren en onverwachte denkbewegingen die zowel weelderig als weergaloos verwarrend is. In zijn bundel geeft Nuyts een nieuwe definitie aan wat poëzie zou kunnen zijn en heeft hij daar een nieuwe taal voor bedacht.’
Gedichten en korte verhalen verschenen onder meer in Tirade, DW B, Deux Ex Machina, Poëziekrant, Het Liegend Konijn en DIG. Essays over literatuur, muziek, beeldende kunst en televisie verschenen in De Nederlandse Boekengids, Awater, De Lage Landen en op Mvslim.com en De Reactor. Hij droeg voor uit zijn werk op verschillende podia in België en Nederland.
Tijl Nuyts studeerde taal-en letterkunde (Engels-Spaans) en westerse literatuur aan KU Leuven en Oxford Brookes University, werkte als praktijkassistent Latijns-Amerikaanse literatuur en film aan de KU Leuven en werkt momenteel een doctoraat af aan de Universiteit Antwerpen over de veelvormige herinneringscultus die zich in het negentiende-en twintigste-eeuwse België rond de middeleeuwse mystieke schrijfster Hadewijch uitkristalliseerde.
Delphine Lecompte over Vervoersbewijzen: ‘De gedichten van Tijl Nuyts zijn bezwerende bespiegelingen over de moderne tijd en over onze atavistische reflexen. Toeristen worden nomaden worden pelgrims worden wegwerpmateriaal. Passagiers worden profeten, geliefden, zieken, beulen, martelaars, en zielsverwanten. Schoonheid en wreedheid, pulp en puurheid worden naadloos verweven met elkaar. Ik overdrijf dan ook niet wanneer ik de poëzie van Tijl Nuyts mijn grootste literaire ontdekking van de 21ste eeuw noem.’
Uit het juryrapport van de C. Buddingh’-prijs, over Anagrammen van een blote keizer: ‘Deze bundel, van de jongste en meest durvende genomineerde, valt op door het beheerste denk-en taaleigen, zijn originaliteit en de ver doorgevoerde compositie. Hier wordt een verrassende, meertalige wereld geschetst met wonderlijke figuren en onverwachte denkbewegingen die zowel weelderig als weergaloos verwarrend is. In zijn bundel geeft Nuyts een nieuwe definitie aan wat poëzie zou kunnen zijn en heeft hij daar een nieuwe taal voor bedacht.’
Gedichten en korte verhalen verschenen onder meer in Tirade, DW B, Deux Ex Machina, Poëziekrant, Het Liegend Konijn en DIG. Essays over literatuur, muziek, beeldende kunst en televisie verschenen in De Nederlandse Boekengids, Awater, De Lage Landen en op Mvslim.com en De Reactor. Hij droeg voor uit zijn werk op verschillende podia in België en Nederland.
Tijl Nuyts studeerde taal-en letterkunde (Engels-Spaans) en westerse literatuur aan KU Leuven en Oxford Brookes University, werkte als praktijkassistent Latijns-Amerikaanse literatuur en film aan de KU Leuven en werkt momenteel een doctoraat af aan de Universiteit Antwerpen over de veelvormige herinneringscultus die zich in het negentiende-en twintigste-eeuwse België rond de middeleeuwse mystieke schrijfster Hadewijch uitkristalliseerde.