Lieve Joris is internationaal bekend als schrijfster van non-fictie boeken over de Arabische wereld, Oost-Europa en Afrika. Haar boeken werden in acht talen vertaald en bekroond met onder andere de Henriëtte Roland Holst-prijs, de Cultuurprijs van de Vlaamse gemeenschap, de Bob den Uyl-prijs, de Franse Prix de l’Astrolabe en de Prix Nicolas Bouvier. In Frankrijk werd zij benoemd tot ridder in de Orde van Kunst en Letteren.
België's vroegere kolonie Congo is een terugkerend thema in haar oeuvre. In Terug naar Congo, Dans van de luipaard, Het uur van de rebellen en De hoogvlaktes pleegt zij 'literaire vivisectie op de geschiedenis', zoals een recensent het noemde.
In Mali Blues trekt ze door Senegal, Mauritanië en Mali, landen die getroffen zijn door droogte, rebellenopstanden en etnische conflicten. In het titelverhaal daalt zij met de Malinese blueszanger Boubacar Traoré af in diens dramatische verleden.
Naast Afrika heeft de Arabische wereld altijd een grote aantrekkingskracht op haar uitgeoefend, getuige De Golf, Een kamer in Cairo en De poorten van Damascus.
In de zomer van 1989 belandt Lieve Joris, aangetrokken door de boeken van György Konrád, in Hongarije. In De melancholieke revolutie volgt zij van binnenuit hoe het communistische rijk in elkaar zijgt en ontdekt ze hoe groot de trauma’s zijn die bij het aanbreken van het nieuwe tijdperk opwellen.
In de verhalenbundel Mijn Afrikaanse telefooncel komen Afrika, het Midden-Oosten en Oost-Europa – de drie gebieden die Lieve Joris jarenlang bereisde – samen. In Op de vleugels van de draak begeeft zij zich op de steeds drukker wordende handelsroute tussen Afrika en China en duikt zij onder in de wereld van de Afrikanen en Chinezen die elkaars territorium binnenzwemmen.
Na haar jarenlange omzwervingen keert Lieve Joris in Terug naar Neerpelt terug naar het Vlaanderen van haar jonge jaren en schrijft zij het verhaal waar zij al die tijd omheen reisde.
België's vroegere kolonie Congo is een terugkerend thema in haar oeuvre. In Terug naar Congo, Dans van de luipaard, Het uur van de rebellen en De hoogvlaktes pleegt zij 'literaire vivisectie op de geschiedenis', zoals een recensent het noemde.
In Mali Blues trekt ze door Senegal, Mauritanië en Mali, landen die getroffen zijn door droogte, rebellenopstanden en etnische conflicten. In het titelverhaal daalt zij met de Malinese blueszanger Boubacar Traoré af in diens dramatische verleden.
Naast Afrika heeft de Arabische wereld altijd een grote aantrekkingskracht op haar uitgeoefend, getuige De Golf, Een kamer in Cairo en De poorten van Damascus.
In de zomer van 1989 belandt Lieve Joris, aangetrokken door de boeken van György Konrád, in Hongarije. In De melancholieke revolutie volgt zij van binnenuit hoe het communistische rijk in elkaar zijgt en ontdekt ze hoe groot de trauma’s zijn die bij het aanbreken van het nieuwe tijdperk opwellen.
In de verhalenbundel Mijn Afrikaanse telefooncel komen Afrika, het Midden-Oosten en Oost-Europa – de drie gebieden die Lieve Joris jarenlang bereisde – samen. In Op de vleugels van de draak begeeft zij zich op de steeds drukker wordende handelsroute tussen Afrika en China en duikt zij onder in de wereld van de Afrikanen en Chinezen die elkaars territorium binnenzwemmen.
Na haar jarenlange omzwervingen keert Lieve Joris in Terug naar Neerpelt terug naar het Vlaanderen van haar jonge jaren en schrijft zij het verhaal waar zij al die tijd omheen reisde.