Merel de Vilder Robier (° 1970) studeerde in 1993 af aan de internationale theaterschool De Kleine Academie in Brussel.
Sinds 1983 vertolkte zij hoofd- en gastrollen in theater- en televisieprodukties.
Ze speelde Meiske in de alom geprezen theatervoorstelling “Diep in het Bos” van Eric De Volder en Dick Van der Harst.
Ze leest graag voor op literaire evenementen en dat zowel voor kinderen als voor volwassenen.
Sinds het begin van haar carrière leidt ze ook regelmatig ateliers en workshops waarin zij kinderen en jongeren niet alleen via theater, maar ook via andere disciplines, aanspoort de confrontatie met zichzelf aan te gaan en met een opener, onbevangener blik in de wereld te staan.
Over haar literair debuut “Le petit théâtre de Fanny Ruubier of ‘Ier moet iets schoons gebeuren dat mislukt” dat in 2017 bij uitgeverij Bebuquin verscheen, schreef Josse De Pauw: "Het is een indringende wereld die mij van begin tot einde niet loslaat."
In 2020 schreef ze een eigen versie van de mythe "Psyche en Eros". Een verhaal dat ze solo brengt op de meest uiteenlopende locaties.
In 2021 gaf ze een auteurslezing/masterclass voor de Vlaamse Auteursvereniging met als titel: "Hoe kunsttaal natuurlijker wordt dan spreektaal." In deze lezing wil Merel de Vilder Robier, actrice, auteur, dochter en moeder, graag ontsluieren hoe deze vier rollen - betrekkingen, taken, driften - invloed hebben gehad op de ontwikkeling van haar idioom. Ze gaat ook dieper in op het gebruik van beeldende, bewerkte taal als sturend element/dwingende voorwaarde in een theatraal creatieproces. Ze leest daarbij fragmenten voor uit eigen werk en uit het oeuvre van auteurs waarmee ze zich verwant voelt.
“Wa is da met da lam?”, een nieuw theaterstuk voor kinderen, hun ouders en grootouders, schreef ze in het kader van het Gentse Van Eyck-jaar. Het werd in juni 2021 voor het eerst opgevoerd in NTGent en verscheen eveneens bij uitgeverij Bebuquin.
Sinds 1983 vertolkte zij hoofd- en gastrollen in theater- en televisieprodukties.
Ze speelde Meiske in de alom geprezen theatervoorstelling “Diep in het Bos” van Eric De Volder en Dick Van der Harst.
Ze leest graag voor op literaire evenementen en dat zowel voor kinderen als voor volwassenen.
Sinds het begin van haar carrière leidt ze ook regelmatig ateliers en workshops waarin zij kinderen en jongeren niet alleen via theater, maar ook via andere disciplines, aanspoort de confrontatie met zichzelf aan te gaan en met een opener, onbevangener blik in de wereld te staan.
Over haar literair debuut “Le petit théâtre de Fanny Ruubier of ‘Ier moet iets schoons gebeuren dat mislukt” dat in 2017 bij uitgeverij Bebuquin verscheen, schreef Josse De Pauw: "Het is een indringende wereld die mij van begin tot einde niet loslaat."
In 2020 schreef ze een eigen versie van de mythe "Psyche en Eros". Een verhaal dat ze solo brengt op de meest uiteenlopende locaties.
In 2021 gaf ze een auteurslezing/masterclass voor de Vlaamse Auteursvereniging met als titel: "Hoe kunsttaal natuurlijker wordt dan spreektaal." In deze lezing wil Merel de Vilder Robier, actrice, auteur, dochter en moeder, graag ontsluieren hoe deze vier rollen - betrekkingen, taken, driften - invloed hebben gehad op de ontwikkeling van haar idioom. Ze gaat ook dieper in op het gebruik van beeldende, bewerkte taal als sturend element/dwingende voorwaarde in een theatraal creatieproces. Ze leest daarbij fragmenten voor uit eigen werk en uit het oeuvre van auteurs waarmee ze zich verwant voelt.
“Wa is da met da lam?”, een nieuw theaterstuk voor kinderen, hun ouders en grootouders, schreef ze in het kader van het Gentse Van Eyck-jaar. Het werd in juni 2021 voor het eerst opgevoerd in NTGent en verscheen eveneens bij uitgeverij Bebuquin.