Marc Reugebrink (1960, Goor) woonde jarenlang in Groningen, waar hij studeerde aan zowel de lerarenopleiding (Nederlands en Engels) als aan de universiteit (Nederlandse taal- en letterkunde). Hij was voorts nog vier jaar als assistent in opleiding aan die universiteit verbonden.
Medio jaren tachtig maakte hij deel uit van de redactie van het literatuurfestival Herfstschrift, voordat hij in 1988 als dichter debuteerde bij De Bezige Bij ('Komgrond', waarvoor hij de Van der Hoogtprijs 1989 kreeg; in 1987 kreeg hij voor zijn poëzie het Hendrik de Vriesstipendium van de stad Groningen). In 1991 volgde 'Wade'. Onderwijl maakte hij samen met Joost Niemöller en Xandra Schutte deel uit van de redactie van het literaire tijdschrift De XXIe Eeuw (Bert Bakker, 1990-1993), en trad hij nadien, in 1994, toe tot de redactie van het algemeen-culturele tijdschrift De Gids (Meulenhoff). Hij verliet de redactie in 1999. Tegelijkertijd schreef hij een korte tijd poëziekritieken voor de Volkskrant, en werkte hij van eind jaren tachtig tot medio jaren negentig als recensent voor het Nieuwsblad van het noorden (thans Dagblad van het noorden) en bijna tien jaar voor De groene Amsterdammer. In 1995 verhuisde hij naar Leeuwarden, waar hij in het bestuur van de Stichting Literaire Activiteiten Leeuwarden zat. In 1997 verhuisde hij naar Haarlem, waar hij maar een korte tijd verbleef. In 1998 verscheen 'Wild vlees', zijn eerste roman, waarvan op instigatie van het literaire tijdschrift Parmentier een toneelstuk werd gemaakt in samenwerking met regisseur Jeroen Kriek van Growing up in Public en het Arnhemse InDependance. Het stuk (een monoloog) beleefde meerdere opvoeringen in Arnhem, Nijmegen, Leeuwarden en Amsterdam. Datzelfde jaar trok hij naar Gent, waar hij thans nog woont en werkt. In 2002 verscheen bij Meulenhoff de essaybundel 'De inwijkeling', en in 2004 'Touchdown', zijn tweede roman (longlist Gouden Uil en longlist Librisprijs). In 2007 verscheen de roman 'Het grote uitstel' bij Meulenhoff / Manteau (Gouden Uil 2008, 'Tiplijst' AKO, Genomineerd voor de Gerard Walschap Literatuurprijs, Genomineerd voor De Inktaap ). Najaar 2010 verscheen 'Menens', zijn vierde roman (longlist Librisprijs) bij dezelfde uitgeverij (inmiddels herdoopt in De Bezige Bij Antwerpen) en in 2012 het essayboek 'Het geluk van de kunst' (Prijs van de Provincie Oost-Vlaanderen voor Letterkunde 2013, essay en monografie). Begin 2014 verscheen de roman 'Het Belgisch huwelijk'. In september 2016 verscheen 'Het huis van de zalmen', een familieroman (Querido).
Van 2001 tot 2009 was hij redacteur en redactiesecretaris van het onafhankelijke literaire tijdschrift Yang. Reugebrink schrijft regelmatig voor onder meer De Standaard.
Medio jaren tachtig maakte hij deel uit van de redactie van het literatuurfestival Herfstschrift, voordat hij in 1988 als dichter debuteerde bij De Bezige Bij ('Komgrond', waarvoor hij de Van der Hoogtprijs 1989 kreeg; in 1987 kreeg hij voor zijn poëzie het Hendrik de Vriesstipendium van de stad Groningen). In 1991 volgde 'Wade'. Onderwijl maakte hij samen met Joost Niemöller en Xandra Schutte deel uit van de redactie van het literaire tijdschrift De XXIe Eeuw (Bert Bakker, 1990-1993), en trad hij nadien, in 1994, toe tot de redactie van het algemeen-culturele tijdschrift De Gids (Meulenhoff). Hij verliet de redactie in 1999. Tegelijkertijd schreef hij een korte tijd poëziekritieken voor de Volkskrant, en werkte hij van eind jaren tachtig tot medio jaren negentig als recensent voor het Nieuwsblad van het noorden (thans Dagblad van het noorden) en bijna tien jaar voor De groene Amsterdammer. In 1995 verhuisde hij naar Leeuwarden, waar hij in het bestuur van de Stichting Literaire Activiteiten Leeuwarden zat. In 1997 verhuisde hij naar Haarlem, waar hij maar een korte tijd verbleef. In 1998 verscheen 'Wild vlees', zijn eerste roman, waarvan op instigatie van het literaire tijdschrift Parmentier een toneelstuk werd gemaakt in samenwerking met regisseur Jeroen Kriek van Growing up in Public en het Arnhemse InDependance. Het stuk (een monoloog) beleefde meerdere opvoeringen in Arnhem, Nijmegen, Leeuwarden en Amsterdam. Datzelfde jaar trok hij naar Gent, waar hij thans nog woont en werkt. In 2002 verscheen bij Meulenhoff de essaybundel 'De inwijkeling', en in 2004 'Touchdown', zijn tweede roman (longlist Gouden Uil en longlist Librisprijs). In 2007 verscheen de roman 'Het grote uitstel' bij Meulenhoff / Manteau (Gouden Uil 2008, 'Tiplijst' AKO, Genomineerd voor de Gerard Walschap Literatuurprijs, Genomineerd voor De Inktaap ). Najaar 2010 verscheen 'Menens', zijn vierde roman (longlist Librisprijs) bij dezelfde uitgeverij (inmiddels herdoopt in De Bezige Bij Antwerpen) en in 2012 het essayboek 'Het geluk van de kunst' (Prijs van de Provincie Oost-Vlaanderen voor Letterkunde 2013, essay en monografie). Begin 2014 verscheen de roman 'Het Belgisch huwelijk'. In september 2016 verscheen 'Het huis van de zalmen', een familieroman (Querido).
Van 2001 tot 2009 was hij redacteur en redactiesecretaris van het onafhankelijke literaire tijdschrift Yang. Reugebrink schrijft regelmatig voor onder meer De Standaard.