Elisabeth Marain verliet vroegtijdig de middelbare school en volgde nadien cursussen Spaans en film- en literatuurgeschiedenis aan de toenmalige Antwerpse Volkshogeschool. De thema's van de afwezige vader - een kapitein ter lange omvaart - en de overleden echtgenoot spelen een opvallende rol in haar vroege werk. Kenmerkend voor haar schrijverschap is emotionele diepgang en introspectie. Marain debuteerde in 1979 met de autobiografische roman Het tranenmeer. Met de documentaire sociale roman Rosalie Niemand uit 1987 brak ze door bij het grote publiek. Naast romans voor volwassenen schrijft ze ook kinder- en jeugdboeken.