Carll Cneut (1969) studeerde grafische vormgeving aan het Sint-Lucas Instituut te Gent. Hij werkt als illustrator mee aan verschillende kindertijdschriften en heeft sinds 1996 een tiental kinderboeken geïllustreerd. In 1998 werden zijn illustraties uit ‘Varkentjes van marsepein’ geselecteerd voor de tentoonstelling ‘Vlaamse Reuzen’ op de internationale kinderboekenbeurs in Bologna.
Carll maakte zeven boeken met Geert De Kockere: ‘Varkentjes van marsepein’, ‘Een straatje zonder eind’, ‘Koetje in de klaver’, ‘Niel’, ‘Willy’, ‘Ik heb een idee’ en ‘Woeste Mie’. In 2000 werd hij bekroond met de Boekenpauw/Yvonne Gillé-Decoeneprijs voor ‘Willy’, in 2001 ontving hij een Bologna Ragazzi Award Special Mention voor ‘Woeste Mie’. Met Brigitte Minne maakte hij ‘Heksenfee’ (Longlist Gouden Uil 2000) en ‘Roodgeelzwartwit’ (Boekenpluim 2002).
Heel wat van zijn boeken vonden reeds hun weg naar het buitenland. ‘Heksenfee’ werd genomineerd voor de Franse Prix Octogone, ‘Willy’ voor de Zwitsere Prix Enfantaisie. In 2002 werd ‘Roodgeelzwartwit’ bekroond met de Prix Octogone voor het beste prentenboek.
Carll Cneut probeert om met zijn illustraties iets teweeg te brengen bij de lezers. Hij maakt tekeningen die niet volledig af zijn en die zo de fantasie van de kinderen prikkelen. Zij worden gevraagd om de prenten in hun fantasie te vervolledigen en elk doet dat op zijn eigen manier. Dat vindt Carll erg fascinerend.
Ondertussen verscheen zijn eerste prentenboek waarvoor hij zowel de tekst als de tekeningen leverde: ‘Het ongelooflijke liefdesverhaal van Heer Morf’. Het boek verscheen oorspronkelijk bij MacMillan Publishers (UK) en verscheen tegelijkertijd in Nederlandse vertaling bij De (Longlist Gouden Uil 2003).
Over zijn techniek:
"Binnen het strenge kader van een wit blad een gevoel te kunnen creëren door kleur vind ik nog steeds verbazend. Acrylverf blijkt voor mij het beste medium om dat te doen. Gewoon omdat het mij technisch het beste ligt. De stugheid en het droge van acryl laten mij toe om kleuren in meerdere lagen te gebruiken. Toch probeer ik bij bijna ieder nieuw boek daar iets aan toe te voegen. Pastel, potlood, wasco of inkt. De keuze voor dat materiaal wordt bepaald door het verhaal. Het dromerige van pastel bij ‘Heksenfee’, de fragiele inktlijn bij ‘Woeste Mie’."
((c) Tijdingen; maart 2001)
Bron: Nele Declercq, Pers en Promotie bij uitgeverij De Eenhoorn
Carll maakte zeven boeken met Geert De Kockere: ‘Varkentjes van marsepein’, ‘Een straatje zonder eind’, ‘Koetje in de klaver’, ‘Niel’, ‘Willy’, ‘Ik heb een idee’ en ‘Woeste Mie’. In 2000 werd hij bekroond met de Boekenpauw/Yvonne Gillé-Decoeneprijs voor ‘Willy’, in 2001 ontving hij een Bologna Ragazzi Award Special Mention voor ‘Woeste Mie’. Met Brigitte Minne maakte hij ‘Heksenfee’ (Longlist Gouden Uil 2000) en ‘Roodgeelzwartwit’ (Boekenpluim 2002).
Heel wat van zijn boeken vonden reeds hun weg naar het buitenland. ‘Heksenfee’ werd genomineerd voor de Franse Prix Octogone, ‘Willy’ voor de Zwitsere Prix Enfantaisie. In 2002 werd ‘Roodgeelzwartwit’ bekroond met de Prix Octogone voor het beste prentenboek.
Carll Cneut probeert om met zijn illustraties iets teweeg te brengen bij de lezers. Hij maakt tekeningen die niet volledig af zijn en die zo de fantasie van de kinderen prikkelen. Zij worden gevraagd om de prenten in hun fantasie te vervolledigen en elk doet dat op zijn eigen manier. Dat vindt Carll erg fascinerend.
Ondertussen verscheen zijn eerste prentenboek waarvoor hij zowel de tekst als de tekeningen leverde: ‘Het ongelooflijke liefdesverhaal van Heer Morf’. Het boek verscheen oorspronkelijk bij MacMillan Publishers (UK) en verscheen tegelijkertijd in Nederlandse vertaling bij De (Longlist Gouden Uil 2003).
Over zijn techniek:
"Binnen het strenge kader van een wit blad een gevoel te kunnen creëren door kleur vind ik nog steeds verbazend. Acrylverf blijkt voor mij het beste medium om dat te doen. Gewoon omdat het mij technisch het beste ligt. De stugheid en het droge van acryl laten mij toe om kleuren in meerdere lagen te gebruiken. Toch probeer ik bij bijna ieder nieuw boek daar iets aan toe te voegen. Pastel, potlood, wasco of inkt. De keuze voor dat materiaal wordt bepaald door het verhaal. Het dromerige van pastel bij ‘Heksenfee’, de fragiele inktlijn bij ‘Woeste Mie’."
((c) Tijdingen; maart 2001)
Bron: Nele Declercq, Pers en Promotie bij uitgeverij De Eenhoorn