Samen met de leerlingen van het vierde jaar Elektriciteit van het Atlas College in Genk werkte Goedele Ghijsen aan een boek. Elke leerling schreef een kortverhaal, voornamelijk over voetbal. Hieronder lees je hoe de leerlingen evolueerden van ‘Wij kunnen dat toch niet’ naar ‘Mijn verhaal is nog niet af.’

Auteursresidentie Goedele Ghijsen

Er was eens een klas van twaalf jongens op Atlas Techniek & Innovatie. Jongens die van auto’s hielden en jongens die graag voetbalden, jongens die droomden van veel geld verdienen en jongens die het allerliefste helemaal niets deden. Ze waren allemaal verschillend, maar ze hadden twee dingen gemeenschappelijk: ze hielden van elektriciteit en ze konden nauwelijks geloven dat ze op school ook nog in andere dingen goed konden zijn.

Elke dag kregen ze les: van elektriciteit tot PAV. Op een dag kwam er een schrijver binnenwaaien die vertelde dat ze tien weken lang zelf verhalen zouden mogen schrijven. De jongens vroegen zich af waarom zij dat lot moesten ondergaan.
‘Doe dat in het ASO, mevrouw.’
‘Wij willen niet schrijven.’
‘Wij kunnen dat niet.’

Jongens die schrijven

Omdat de schrijver beloofde dat ze niets fout konden doen, bogen ze zich toch over de schrijfoefeningen. Ze schreven over zichzelf en over anderen, thrillers van twee zinnen en urban legends van meer dan een pagina, verhalen vanuit het ene en vanuit het andere perspectief. En ze luisterden naar verhalen van schrijvers. Maar soms lieten ze ook hun hoofden hangen. Want schrijven, dat was toch niets voor hen. En waarover zouden zij wel een boek schrijven?

Na enkele lessen begonnen de jongens tijdens de les te geloven in de verhalen die ze schreven. De verhalen van schrijvers waren niet meer nodig, ze konden elkaar verhalen vertellen die ze zelf geschreven hadden. Fuad las zijn spannende tekst voor aan de klas en Ensar volgde. Hier en daar ging een hoofd omhoog. Tot het belsignaal ging. Daarna ebde het gevoel van succes snel weer weg.

Eén van de jongens kwam op het idee om verhalen te schrijven over voetballers, maar voetballers interviewen, dat zou toch nooit lukken? De juf en de schrijver keken naar elkaar. Dat was een gouden idee. Ze namen zich voor om contact op te nemen met de voetbalhelden van de jongens.

Auteursresidentie Goedele Ghijsen
Auteursresidentie Goedele Ghijsen
Auteursresidentie Goedele Ghijsen

Matteo schreef een tekst die recht in een boek zou passen. De tekst van Yagiz was zo goed dat de schrijver even dacht dat hij hulp van de computer kreeg. Xenio raakte op gang na een writers block. Mohamed ging op zoek naar de gebeurtenissen op internet en beschreef ze in zijn eigen woorden met het puntje van zijn tong tussen zijn lippen. Salih had eigenlijk meer zin om over auto’s te schrijven, maar toen hij eindelijk vertrokken was, vloeide de ene mooie zin na de andere uit zijn pen. Rauf ging enthousiast aan de slag met de extra vragen om zijn verhaal nog meer body te geven.

Meisjes die voetballen

Helaas lukte het niet om de voetballers live te interviewen. Gelukkig waren Pierre Denier en Luca Oyen zo lief om via mail antwoord te geven op de vragen van de jongens en van Bilal El Khannous vonden we op internet een interessant interview. Op het laatste nippertje slaagde de juf er zelfs in om een interview met de Ladies te regelen.
‘Maar meisjes, die kunnen toch niet voetballen?’ zeiden de jongens.
Die meisjes tackelden gelukkig elke vraag, en ze bewezen al snel dat ze wél kunnen voetballen, net zoals jongens van Elektriciteit wél kunnen schrijven.

Luque schaafde zijn tekst tot in de puntjes bij. Mattia C. dacht na over elk woord. Shyne raakte zijn tekst kwijt en moest van nul af aan opnieuw beginnen, maar maakte er een sterker verhaal van. Mattia P. gaf na het uitwerken van zijn eigen tekst nog tips aan een klasgenoot om zijn tekst nog beter te maken.

Zo ontdekten de jongens dat elektriciens zich ook kunnen inleven in een verhaal van een ander, dat elektriciens die verhalen echt op papier kunnen zetten en ze polijsten tot ze zo goed mogelijk zijn.
Als ze maar durven! Er kwam een héél mooi boek over voetballen van en de jongens vergaten (hopelijk) nooit meer dat je af en toe uit het hokje kunt kruipen waarin je je verschuilt.

Auteursresidentie Goedele Ghijsen