Arevik d’Or
Biografie
Arevik d'Or (1991) is animatiefilmmaker en illustrator. De afgelopen jaren werkte Arevik samen met Klaas Verplancke aan verschillende opdrachten voor The New Yorker, The New York Times, het MOMA New York, Poster House Museum New York, Centre Pompidou Parijs, Marc O'Polo e.a. Momenteel is Arevik gevestigd in Brussel. Ze werkt er aan een tv-serie gebaseerd op haar wekelijkse cartoon 'Anna' gepubliceerd door De Standaard Magazine. Ook blijft ze kinderboeken uitgeven in samenwerking met Querido.
PRINT Magazine schrijft: "Deze in België gevestigde freelance illustrator, animator en animatiefilmregisseur heeft werk gepubliceerd in The New Yorker, The New York Times, De Standaard Magazine en op Times Square. Haar werk is boeiend, humoristisch en inzichtelijk. Hoewel het geestig is, is het scherp sociaal bewust en spot het soms met feministische clichés. In de vaak eigenzinnige kunstwereld is het verfrissend om een kunstenaar te vinden die bereid is een statement te maken over haar overtuigingen. Arevik d'Or ziet een wereld vol zelfvertrouwen, onafhankelijkheid en zelfacceptatie."
Creative Boom schrijft: "In al haar tekeningen stelt Arevik dat het idee belangrijker is dan de stijl. Als ze een cartoon tekent, houdt ze de lijnen eenvoudig en licht. Voor een kinderboek speelt ze graag met vorm en kleur om haar lezers te boeien. Ondertussen worden geanimeerde personages bepaald door hun bewegingen. "In alle gevallen volg ik mijn intuïtie en probeer ik eerlijk en kwetsbaar te blijven," legt ze uit. "Ik blijf weg van perfectionisme en een overbewerkte aanpak."
Lezingen
In haar workshops richt Arevik zich op het creëren van een levendige en interactieve leerervaring voor kinderen. Haar laatste drie boeken, 'Hanna en Hamza' (in samenwerking met Janneke Schotveld), 'Bahar op de maan' en 'Bahar Bizar' (in samenwerking met Michael De Cock) zijn geïnspireerd op grappige verhalen uit het dagelijks leven van kinderen. Humor biedt volgens Arevik de kracht om jonge lezers te betrekken, en de herkenbaarheid van deze verhalen verrijkt hun persoonlijke ervaringen en biedt nieuwe perspectieven op verschillende situaties.
Aan het begin van elke workshop introduceert Arevik een uitgekozen boek. Ze leest (eventueel samen met de auteur) passages voor en moedigt de kinderen aan om grappige stemmen te gebruiken en geluidseffecten toe te voegen. Dit zorgt niet alleen voor veel plezier, maar helpt hen ook om de tekst beter te begrijpen en te onthouden.
Na het voorlezen volgen er een aantal creatieve opdrachten. Onder begeleiding van Arevik maakt de deelnemende groep 'papieren kikkers' en wordt er een heuse kikkerjumpcompetitie georganiseerd ('Bahar Bizar'), creëren ze fantasiepizza's van gerecyclede materialen ('Bahar op de maan') of ongelooflijke taarthoeden van kleurrijk papier ('Hanna en Hamza'). Dit stimuleert de verbeeldingskracht en geeft het verhaal meer dimensie. Arevik moedigt de kinderen ook aan om dieper in het verhaal te duiken en thuis verder te lezen.
Door kinderen te laten werken met materialen die al een leven hebben gehad, leren ze creatief te denken en innovatieve oplossingen te vinden. Dit stimuleert volgens Arevik niet alleen hun verbeeldingskracht, maar verhoogt ook het bewustzijn over milieuvraagstukken. Bovendien maakt het gebruik van gerecyclede materialen de workshops volgens haar ook toegankelijker, omdat veel materialen eenvoudig te vinden zijn in huis of in de buurt. Kinderen leren waarde te hechten aan wat ze al hebben en ontwikkelen een gevoel van trots als ze iets unieks en moois creëren uit wat anders misschien als afval zou worden beschouwd. Op deze manier wordt creativiteit niet alleen bevorderd, maar wordt ook een belangrijke les in duurzaamheid meegegeven.
Met deze aanpak hoopt Arevik niet alleen het publiek te inspireren, maar ook een gemeenschap van lezers te creëren die de waarde van literatuur waardeert en deelt. In die zin biedt de subsidieondersteuning van zulke lezingen volgens haar een geweldige kans om deze boodschap te verspreiden en leesbevordering te stimuleren.
